Een rondje Oud IJsselstein

Vanaf het plein voor het nieuwe stadhuis en het Fulcotheater heb je een goed zicht op de 397 m hoge zendmast Lopik. Binnen de vesting staan nog twee torens die van verre te zien zijn. Een derde toren herinnert aan het ‘stein’, het kasteel dat in de 13de eeuw door de heren van IJsselstein werd gebouwd.

Bij het kantoor van ‘Uit in IJsselstein’ in de nieuwe bibliotheek halen we de brochure met een ‘Historische wandeling door IJsselstein’ (€ 2,00) af. Het stadje dankt haar ontstaan aan de ligging aan de Hollandse IJssel. De IJssel was vroeger van belang voor het vervoer van passagiers van en naar Utrecht en van goederen, vooral hoepels, meubels en bakstenen, die tot ver buiten de stadsgrenzen werden verhandeld. Langs de nu verstilde IJsselkade was het ooit een drukte van belang en een komen en gaan van beurtschepen, trekschuiten en postkoetsen.

Kronenburgplantsoen

De Benschopperpoort vormt een waardige entree tot het oude stadje dat eeuwenlang omsloten werd door stadsmuren en grachten. Het historische centrum, 500 m lang en 250 m breed, heeft een regelmatige rechthoekige plattegrond. De Nicolaasstraat buigt af naar de Sint Nicolaasbasiliek, een neogotische kerk die aan het eind van de 19de eeuw werd gebouwd naar een ontwerp van Alfred Tepe, de Utrechtse kerkenbouwer bij uitstek. Hoewel de kerk in de steigers staat, is de toegang tot de Mariakapel open. In de kapel staat het 13de-eeuwse beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Eiteren.

Langs het Kronenburgplantsoen wandelen we naar de ‘oude’ Nicolaaskerk. Halverwege voert een houten bruggetje over de stadsgracht naar de vierkante Kasteeltoren. Het is de oude traptoren van het eens zo vermaarde kasteel waaraan IJsselstein zijn naam dankt. Hier zetelde de drost, de vertegenwoordiger van de heer (baron) van IJsselstein. Door vererving kwam in 1558 de baronie van IJsselstein in handen van de Oranje-Nassaus. Toen het in verval geraakte kasteel in 1888 werd afgebroken bleef alleen de toren gespaard.

Italiaanse allure

De Grote of Oude Sint Nicolaaskerk staat prachtig aan de stadsgracht. De toren heeft de allure van een Italiaanse ‘campanile’. Niet zo vreemd want deze werd ontworpen door Alessandro Pasqualini, een Italiaanse architect die in de 16de eeuw lange tijd in de Nederlanden werkte. In 1924 kreeg de toren een nieuwe spits, een ontwerp in de stijl van de Amsterdamse School. Het interieur van de kerk is sober. Des te opvallender is het rijk bewerkte praalgraf waarop vier personen zijn afgebeeld. Onder hen Gijsbrecht van Amstel die zich in 1301 als eerste heer van IJsselstein mocht noemen en de stichter van de kerk was.

De IJsselpoort was een onderdeel van de 14de-eeuwse vestingwerken en werd in 1852 vervangen door de huidige poort. MIJ, de eigentijdse naam voor het Museum IJsselstein, heeft een permanente collectie waarin de nadruk ligt op de IJsselsteinse geschiedenis. In de wisseltentoonstellingen voeren hedendaagse kunst en cultuur de boventoon.

Aan de Walkade ligt een fraai stukje gerestaureerde middeleeuwse muur. Vanaf de wal daal je via een trap af in de Historische Kruidentuin en loop je onderlangs de muur door het plantsoen naar een tweede trap.

’s Heeren korenmolen

De Walstraat kruist de Havenstraat met zijn ‘Utrechtse werven’ veruit het mooiste grachtje. Het water deed vroeger dienst als haven en loswal. De Voorstraat en Weidstraat brengen ons naar het marktplein (Plaats) voor het stadhuis dat rond 1560 werd gebouwd in opdracht van prins Willem van Oranje, die tevens baron van IJsselstein was.

De Benschopperstraat is een aardige winkelstraat. Net voor de Benschopperpoort brengt de Molenstraat ons naar De Windotter, een stenen stellingkorenmolen uit 1732. Op de hoek van de stadsmuur staat een romantisch theekoepeltje. We lopen terug naar de poort en hebben daarmee het rondje IJsselstein mooi afgesloten.

Bartho Hendriksen

Meer informatie:

Uit in IJsselstein

Overtoom 7 (Bibliotheek), 030 688 7273, www.uitinijsselstein.nl