Beesd, een dorp met stadse allure
Beesd is een dorp met een rijke geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. Het dorp had een kleine haven aan de Linge, een rivier die niet alleen voor welvaart zorgde maar ook onheil en ellende bracht. Dankzij de ligging aan de Linge, destijds een belangrijke vaarweg waarvan schepen met handelswaar van en naar de stad Tiel veelvuldig gebruikt maakten. Al heel vroeg waren de landerijen en dorpspolders voorzien van dijken en kaden.
‘De huizen staan er naast en tegenover elkander, langs eene met steenen bevloerde straat, hetwelk men op geen ander dorp in den omtrek aantreft, waardoor dan ook het gevoelen bevestigd wordt, dat Beest oorspronkelijk tot eene stad aangelegd is’, zo beschreef de letterkundige Abraham Jacob van der Aa (1792-1857) Beesd in zijn Aardrijkskundig Woordenboek.
Met steenen bevloerde straat
Met de ‘met steenen bevloerde straat’ bedoelde Van de Aa de huidige Voorstraat. Deze vormt met zijn beplanting van geschoren lindenbomen een voor het rivierengebied zeer karakteristiek dorpsbeeld. Samen met de achterliggende Midden- en Achterstraat vormen deze drie straten het centrum van het dorp. Ter hoogte van de Hervormde kerk verbreedt de Voorstraat zich tot een klein dorpsplein. Over de robuuste toren van de kerk schreef Van de Aa in lyrische woorden dat deze een ‘grootte stad tot sieraad zou verstrekken’. Het 19de-eeuwse Beesd had stedelijke allures. De kerk werd in 1825 tot op de grond toe afgebroken en vervangen door het huidige gebouw. De toren, gebouwd rond 1500, werd als vluchtplaats gebruikt wanneer de rivier de Linge buiten haar oevers trad.
Voorstraat
Het Dorpsplein vormt het startpunt voor een wandeling door Beesd. De Voorstraat maakt door de ruime opzet met brede stoepen en aan weerszijden van de straat geplante lindebomen, een voorname indruk. Hier woonden vroeger boeren, ambachtslieden, ambtenaren en bestuurders en kleine middenstanders. De Hoogstraat herinnert aan het 14de-eeuwse kasteel Huis te Beest ook wel het Hooge Huys genoemd. Het gebouw aan de Achterstraat, dat nu nog de naam Hoge Huis draagt, was een bijgebouw. Op de terp staat een monumentale schuur uit 1901. Naast Het Hooge Huys telde Beesd nog twee andere versterkte huizen: het Lage Huys en het Blauwe Huys. Ook deze huizen zijn uit het dorpsbeeld verdwenen. De Middenstraat loopt tussen de Voor- en Achterstraat naar de Havendijk waar je tussen de huizen door zicht hebt op de Linge. Bij de kruising met de Voorstraat loopt een kort straatje naar de rivier.
De Vrijheid
De Molendijk loopt door een landelijke omgeving naar de molen De Vrijheid, een ronde stenen korenmolen. Op de plaats van De Vrijheid stond al sinds de 14e eeuw een molen die onder de abdij Mariënweerd viel. Het exacte bouwjaar van de huidige molen is onbekend, maar ligt ergens in de 18e eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden met de molen seinen gegeven aan het verzet. Bij de restauratie in 1968 heeft de tot dan toe naamloze molen zijn huidige naam “De Vrijheid” gekregen, als herinnering hieraan.
Mariënwaard
Vanaf de Havendijk is het een half uurtje wandelen naar de Heerlijkheid Mariënwaerdt, de eigentijdse naam voor Mariënwaard. Het landhuis staat op de plaats van de vroegere norbertijnerabdij Mariënweerd. De abdij werd gesticht in 1129. Tijdens de beeldenstorm (1566-67) legden troepen van Hendrik Brederode uit Vianen Mariënweerd in de as en werden vele kostbaarheden door hen geroofd. Het klooster was nu onbewoonbaar geworden. De abt en zijn kloosterlingen weken uit naar Culemborg. In 1734 liet Frederik Boeleman, graaf van Bylandt, een huis bouwen dat aan het einde van de 18de eeuw verbouwd werd tot het huidige Mariënwaerd. Bij de Imkerij kun je een van de wandelingen over het landgoed oppikken.
Via de Voorstraat loop je langs de neogotische RK Kruisverheffingskerk (1877), een ontwerp van de Utrechtse architect Alfred Tepe, en Het Nut (1867), ooit spaarbank en bewaarschool, terug naar het Dorpsplein. En dan is het tijd voor een kopje thee of koffie met appeltaart in de fraaie tuin van Theetuin De Wensput.
Bartho Hendriksen